Huidige oplossingen
In veel landen is naar oplossingen gezocht voor de genoemde problemen. Bekende voorbeelden zijn in Amerika de Pay for Performance (P4P) initiatieven van Medicare en Medicaid en de focus op preventie van Kaiser Permanente (Zorgverzekeraar en eigenaar van een ziekenhuisketen); het Quality and Outcomes Framework voor huisartsen in Engeland. In Nederland is de Dutch Surgical Colorectal Audit een goed voorbeeld hoe naar meer transparantie en controle van de kwaliteit van de zorg wordt gestreefd. De initiatieven zijn overwegend positief beoordeeld en dragen bij aan een verbetering van de kwaliteit van de geleverde zorg. Nadeel van de meeste initiatieven is dat 90% van de indicatoren waarop de kwaliteit wordt beoordeeld bestaat uit proces en structuurparameters in plaats van uitkomstparameters van behandeling. Het behandelingsresultaat is niet gekwantificeerd en daarmee is de kwaliteit onbepaald. Immers, de relatie tussen procesparameters en de kwaliteit van de geleverde gezondheidswinst is onbekend. Daarnaast geven de gekozen parameters informatie die alleen voor een beperkte doelgroep van belang is. De Dutch Surgical Audit (DICA) levert een indicatie over de kwaliteit van de zorg aan medisch specialisten, maar niet aan patiënten. DICA heeft als alle andere beschikbare systemen het nadeel dat het niet “real-time” is.
Naast deze systematiek ontwikkelde de Amerikaanse Joint Commission de tracer methode. Deze methode maakt gebruik van dossieronderzoek en volgt tot in detail het behandelproces van een patiënt. Hiermee vergelijkbaar is het Qmentum systeem dat is ontwikkeld binnen het Canadese accreditatie programma. Ook deze systemen worden ondanks het feit dat zij meer patiëntgericht zijn en beter bij de praktijk aansluiten sterk gebureaucratiseerde methodieken. Inherent hieraan vindt controle achteraf plaats en is kwaliteit niet geïntegreerd in het dagelijks handelen. Op het moment is er geen “real time” kwaliteitscontrolesysteem en wordt mondjesmaat en dan nog alleen in Amerika gebruik gemaakt van statistisch proces controle (SPC). Het ontbreken van een gedefinieerd te kwantificeren zorgproduct leidt ertoe dat de vergoeding voor een behandeling nog steeds is gebaseerd op de uitgevoerde verrichting. Dit belemmert de transparantie, creëert perverse incentives en maakt effectieve sturing van de kosten in de zorg onuitvoerbaar.
Naast deze systematiek ontwikkelde de Amerikaanse Joint Commission de tracer methode. Deze methode maakt gebruik van dossieronderzoek en volgt tot in detail het behandelproces van een patiënt. Hiermee vergelijkbaar is het Qmentum systeem dat is ontwikkeld binnen het Canadese accreditatie programma. Ook deze systemen worden ondanks het feit dat zij meer patiëntgericht zijn en beter bij de praktijk aansluiten sterk gebureaucratiseerde methodieken. Inherent hieraan vindt controle achteraf plaats en is kwaliteit niet geïntegreerd in het dagelijks handelen. Op het moment is er geen “real time” kwaliteitscontrolesysteem en wordt mondjesmaat en dan nog alleen in Amerika gebruik gemaakt van statistisch proces controle (SPC). Het ontbreken van een gedefinieerd te kwantificeren zorgproduct leidt ertoe dat de vergoeding voor een behandeling nog steeds is gebaseerd op de uitgevoerde verrichting. Dit belemmert de transparantie, creëert perverse incentives en maakt effectieve sturing van de kosten in de zorg onuitvoerbaar.